Promotieonderzoek: ‘Los-bandig katholiek’

Tanja van Leeuwen (sinds kort ook penningmeester bij de Oecumenische Vrouwensynode!) was identiteitsbegeleider in het katholieke basisonderwijs en promoveerde juni 2016 op het onderzoek:“Los-bandig katholiek”. Een gevalstudie over morele opvoeding en bronnen van waarden bij leerkrachten in het katholieke basisonderwijs (Gorinchem: Theologische uitgeverij Narratio, 2016). Haar onderzoek laat een interessante trend zien: “Vrouwen maken ook steeds meer deel uit van het management. De tijd dat bijna alle leerkrachten vrouw waren en de directeur een man, lijkt voorgoed voorbij.”

Tanja vertelt zelf over haar onderzoek: “In het kader van mijn promotieonderzoek rond de vraag wat leerkrachten belangrijk vinden om aan hun leerlingen mee te geven en uit welke bronnen van waarden zij daarbij putten, heb ik in schooljaar 2012/2013 tachtig leerkrachten geïnterviewd die allen werkzaam waren bij de stichting voor katholiek basisonderwijs, waarbij ik toen in dienst was. Om helder te krijgen wat ze belangrijk vinden om aan hun leerlingen mee te geven, heb ik alle 68 vrouwen en 12 mannen gevraagd wat zij met hun onderwijs willen bereiken. Dat leidde tot een veelheid aan ‘eigentijdse deugden’.

Naar aanleiding van de vraag welke betekenis hun al dan niet gelovige opvoeding voor hun huidige leven heeft, kwam het gesprek op God, wel of geen band met een kerk en de belangstelling voor alternatieve spiritualiteit. Na analyse van de interviews zijn de leerkrachten ingedeeld in drie hoofdbronnen van waarden: confessionele grondslag, ongebonden spirituele grondslag en seculiere grondslag. Van de 80 leerkrachten geven er 14 aan dat zij in God geloven en zich in meer of mindere mate met een geloofsgemeenschap verbonden voelen. Zij zijn ingedeeld bij de confessionele grondslag.  De 18 leerkrachten op seculiere grondslag geven aan niets (meer) met een kerk te hebben, niet in God of een hogere macht te geloven en ook alternatieve spiritualiteit wijzen zij af. Tot slot zijn er de 48 leerkrachten die tot de groep ongebonden spirituelen horen. Zij staan open voor geloof in God of een hogere macht en er is veelal interesse in verschillende vormen van alternatieve spiritualiteit.

De antwoorden op de vraag ‘wat wil je met je onderwijs bereiken?’ laten geen duidelijke verschillen zien tussen de leerkrachten in de diverse bronnen van waarden. Er zijn wel duidelijke verschillen in het ter sprake brengen van God. Dat gebeurt alleen door leerkrachten op confessionele grondslag. Wat opvalt is dat de groep ongebonden spirituele leerkrachten vrij groot is.
Dit kan te maken hebben met het feit dat de groep geïnterviewden voor het grootste deel bestaat uit hoogopgeleide vrouwen die, zoals in God in Nederland naar voren komt, vaker tot deze groep horen.” 

Meer lezen? Hier kun je het boek bestellen. 

Archieven