|
Er kwamen ook wijze vrouwen. Het vuur brandde in haar schoot lang voor ze de schitterende ster aan de hemel zagen. Ze liepen door schaduw vertrouwend dat het pad zich zou openen onder het licht van de maan.
Er kwamen ook wijze vrouwen, zonder aanwijzingen te vragen, of toestemming van welke koning ook. Ze kwamen op eigen gezag, uit eigen verlangen, eigen hartstocht. Ze kwamen in stilte geen geruchten verspreidend, geen vrees aanwakkerend, leidend tot een bloedbad van onschuldigen, tot de ontroostbare jammerklacht van haar zuster Rachel. |
Er kwamen ook wijze vrouwen en zij brachten nuttige gaven: water voor bij de bevalling, vuur als warme lichtbron, een deken als wikkeldoek.
Er kwamen ook wijze vrouwen, zeker drie van hen, ze hielden Maria vast in haar barensnood, schreeuwden het met haar uit in haar weeën, fluisterden oeroude zegeningen in haar oor.
Er kwamen ook wijze vrouwen, en ze gingen, zoals wijze vrouwen altijd doen langs een andere weg naar huis terug. |